Module3 Welkom bij Module3 Name Email 1. Wat zegt het gegeven dat een auditee met gesloten armen loopt? A. Dat ze niet ontspannen zijn, in zichzelf gekeerd zijn en met zondermeer accepteren wat er verteld wordt. B. Dat de gesprekspartner niet de juiste is. C. Dat het gesprek duidelijk ten einde is, maar de auditee nog niet door heeft. D. Het geeft een ontspannen houding weer, de audit loopt lekker. Geen 2. Noem valkuilen bij audits. A. Te formeel, welles-nietes sfeer, boos worden, over anderen praten, oordeel vellen. B. Elkaar niet begrijpen, te laat komen en geen notities maken. C. Niet op tijd komen, te veel in gesprek gaan met elkaar. D. Geen meerdere zijn, boos worden en aldoor oordelen Geen 3. Waarom is het belangrijk dat de auditee de vraag begrijpt? A. Om te peilen of er wel voldoende Nederlands gesproken wordt. B. Om het IQ te peilen. C. Om vast te stellen of er een gelijk opleidingsniveau is. D. Om relevante antwoorden te kunnen geven. Geen 4. Geef een aantal kenmerken van een goede auditor. A. HBO opgeleid, managementteam lid en in staat goed te communiceren. B. Opgeleid persoon en management. C. Weet alles van het onderwerp, in staat goed te communiceren D. In staat goed te communiceren, overtuigend, gedisciplineerd, kalm, geduldig, discreet Geen Time's up